Waartoe is de Stichting Sociale Christendemocratie op aarde?

Openingstoespraak van Henriette van Hedel, woordvoerder van de stichting Sociale Christendemocratie, tijdens het politieke café van 9 augustus 2021 in Maastricht

Waartoe zijn wij op aarde? Dat was vroeger de eerste vraag van de Schoolcatechismus. En het was niet voor niets de eerste vraag. Want het antwoord op de vraag waartoe je op aarde bent, bepaalt de richting van je bestaan. Het is de stip op de horizon, de ster waarop je je richt. Het helpt je bij het bepalen wat je moet doen, wat je moet nalaten en vooral wat je prioriteiten zouden moeten zijn.

Waartoe zijn wij op aarde? Het is ook de vraag die ons de afgelopen weken vaak is gesteld. Waarom bestaat de stichting Sociale Christendemocratie? Die vraag heeft twee antwoorden. Het ene heeft te maken met Nederland, het andere heeft te maken met het CDA.  Laat ik met de belangrijkste van deze twee beginnen, en – ik moet u wellicht teleurstellen – dat is niet het CDA.

Eind 2019 is de stichting opgericht als reactie op de toenemende maatschappelijke onrust en de onmacht van de politieke partijen om die onrust weg te nemen. We zijn het wellicht al vergeten, maar net voor het uitbreken van de coronacrisis stond het Malieveld vol, niet met beroepsdemonstranten of ‘wappies’, maar met boeren, leraren en verplegend personeel, de doorsnee van de samenleving.

En er was iets bijzonders aan die demonstraties. Ze waren gericht tegen de overheid, maar – en dat was iets nieuws – ze waren eigenlijk ook gericht tegen de eigen belangenorganisaties. En dat is niet mis, gezien het feit dat deze belangenorganisaties sinds de oorlog de belangrijkste brug zijn geweest tussen samenleving en overheid en daarmee de garantie voor de maatschappelijk vrede.

Ook de toeslagenaffaire had net getoond hoe onbetrouwbaar de overheid kon zijn.

En tel hierbij de al jaren bestaande, maar niet geadresseerde problemen op: het niveau van het onderwijs dat jaar op jaar daalt, de ruimtelijke ordening die in haar eigen modellen is vastgelopen, de pensioenen die al 10 jaar niet geïndexeerd zijn, enzovoorts, enzovoorts, en het plaatje is compleet.  Het zijn, kortom, nogal wat problemen waar Nederland voor staat. En zicht op oplossingen was en is er nauwelijks.

Voor oplossingen kijken we namelijk vooral naar onze Kamerleden, maar die staan eigenlijk voor een onmogelijke taak.  Voordat ze Kamerlid worden, hebben ze vaak veel ervaring, in de lokale politiek, als inhoudelijk specialist of als leidinggevende in een specifieke sector.

Maar eenmaal Kamerlid geworden, is dat niet genoeg. Ze worden dan geacht supermens te zijn: niet alleen moeten ze het politieke handwerk verrichten, debatten voeren, mediaoptredens doen, maar ze moeten ook, op fundamenteel niveau, richting kunnen geven aan de koers van de overheid.

De ene dag ben je wethouder in Noordoost Groningen belast met de jeugdzorg, en de volgende dag word je geacht een duidelijke en onderbouwde opinie te hebben over het nut en noodzaak van de fiscale inkomensafhankelijke combinatiekorting en de effecten die dit heeft op de werkgelegenheid en de draagkracht. De ene dag ben je gemeenteraadslid in Gelderland, bezig met ruimtelijke ordening, en de volgende dag moet je een beslissing nemen over de reorganisatie van het Nederlandse pensioenstelsel en de geopolitieke houding van Nederland ten opzichte van de Westelijke Sahara.

En hoe kleiner de CDA-fractie in de kamer, hoe meer elk Kamerlid geacht wordt overal verstand van te hebben. En dat is haast onmogelijk. De stichting Sociale Christendemocratie is opgericht om de taak van onze volksvertegenwoordigers te verlichten, om ze te ondersteunen bij het ontwikkelen en het uitdragen van een langetermijnvisie, zodat ze weer vorm en richting kunnen geven aan de koers van Nederland.

Het afgelopen jaar hebben we CDA-volksvertegenwoordigers en kandidaat-volksvertegenwoordigers geholpen bij onderzoek, het opstellen van nota’s, het schrijven van opiniestukken en het bieden van een podium om fundamentele ideeën vorm te geven en uit te dragen.

Dat bleek te voorzien in een behoefte, niet alleen bij politici zelf, ook bij de kiezer. In een tijd waarin van politici verwacht wordt dat ze vertellen over hun favoriete huisdier, en zij, alleen als het echt moet, in 30 seconden hun mening moeten geven over het pensioenstelsel, waren er een kwart miljoen kijkers voor een pittige lezing van bijna een half uur over de problematische relatie tussen de modellen van het CPB en de vormgeving van ons belastingstelsel.

Daarnaast organiseren we een zomerschool, om een nieuwe generatie christendemocraten een gedegen basis te geven. We zijn een denktank gestart, waarin door een grote groep deskundigen wordt gewerkt aan oplossingen voor fundamentele problemen, zoals het problematische beleid van de Europese Centrale Bank en de uiterst negatieve gevolgen die dit heeft voor onze pensioenen.

Dat is dus de originele opzet geweest van de stichting: een bijdrage leveren aan het oplossen van problemen die maar blijven liggen en die daardoor grote maatschappelijke onvrede veroorzaken. Enerzijds doen we dit door het ontwikkelen en uitwerken van ideeën, anderzijds door huidige en toekomstige christendemocratische politici te ondersteunen. En dit alles uitgevoerd en georganiseerd door een uitgebreid netwerk van christendemocraten uit alle geledingen van de maatschappij.

Maar de ontwikkelingen gingen met dit plan op de loop, want op 12 juni 2021 verliet het Kamerlid de partij, die door 49,5% van de leden graag als partijleider werd gezien. En daarmee kwam het hele plan, en de hele doelstelling van de stichting op losse schroeven te staan. Want voor ons was dit vertrek geen incident, wat we eenvoudig kunnen afdoen als een onverenigbaarheid van karakters. Omtzigt is niet de ‘Verdonk’ van het CDA. Omtzigt is de verpersoonlijking van een ander soort benadering van de politieke werkelijkheid. Weg van marketing, terug naar de inhoud. En voor hem was kennelijk geen ruimte binnen onze partij.   

Voor ons was het vertrek van het betreffende Kamerlid de ‘kanarie in de kolenmijn’, het signaal dat er iets fundamenteel mis ging binnen het CDA. Zo fundamenteel mis, dat daarmee de toekomst van de christendemocratie in Nederland op het spel staat.

En nog zorgelijker dan het feit dat in de kolenmijn de kanarie was opgehouden met zingen, was de reactie van de mijndirectie, die min of meer inhield: niets aan de hand, ga maar gewoon door met graven, heb vertrouwen, er is geen mijngas, er dreigt geen ontploffing, de enige die een probleem heeft, dat is de kanarie. Die is overspannen. Die hadden we al veel eerder moeten vervangen.

Want dat is de woordvoeringslijn die althans een deel van de partijtop lijkt te hebben gekozen. Direct na de verkiezingen, door middel van anonieme mededelingen in kranten, en openlijk  na het uitlekken van de memo Omtzigt. Op de kritiek in deze memo is niet of nauwelijks inhoudelijk gereageerd. Er is vooral de nadruk gelegd op de ziekte, de overspannenheid van de auteur. Met andere woorden, met de auteur, niet met onze partij is iets mis.

Nu leidt overspannenheid eigenlijk nooit tot een vertroebelde blik op de werkelijkheid. Maar zelfs als we in dit absurde frame zouden meegaan, zelfs als we met zijn allen zouden aannemen dat de auteur op dit moment met een steek op zijn hoofd in een dolhuis rondloopt en denkt dat hij Napoleon is, dan nog kunnen we niet om de werkelijkheid heen dat de eerste acht pagina’s van het betreffende memo een onbarmhartige, maar waarheidsgetrouwe analyse is van wat er mis is in onze partij. Iets dat we niet terzijde kunnen en mogen schuiven.

Ook heb ik vaker de mededeling gehoord dat de ideeën van Omtzigt al lang zijn overgenomen door het CDA, dus dat zijn kritiek en vertrek nergens voor nodig waren. Wij zijn nu ook voor diepgang en inhoud, voor versterking van de rechtsstaat en transparantie. Wij vinden ook dat regels moeten worden nageleefd, en dat er kritiek en controle moet zijn.

Maar laat ons nu eens kijken, niet alleen naar de woorden, maar ook naar de daden van ons CDA. De grote vraag is, heeft het CDA deze kritiek geïnternaliseerd? Is er ruimte voor kritiek? Volgen we zelf de regels, naar letter en geest? Focussen we weer op de inhoud? Is er controle en transparantie?

Ik vrees, en velen met mij, dat dit niet het geval is. Om een voorbeeld te noemen: we volgen onze eigen statuten niet. De governancestructuur, zoals die door de leden is vastgelegd in de statuten, is door het bestuur opzij geschoven met een onduidelijke en nergens gepubliceerde overgangsregeling, waardoor onduidelijk is wie verantwoordelijk is.

Als dit al niet in strijd is met de letter van de statuten, dan is het zeker in strijd met de geest. Zonder duidelijke, afgebakende verantwoordelijkheden is tegenmacht en controle bovendien onmogelijk. En het leidt ook nog eens tot parallelle, informele structuren waarin de fundamentele beslissingen worden genomen, buiten het zicht van iedereen. Lees het rapport van de commissie Spies er maar op na.

En hebben we wederom onze focus op de inhoud?  Ook dat lijkt te betwijfelen. Het laatste nummer van het CDA.nl kan wellicht als illustratie dienen. Nu kunnen we van dit ledenblad van het CDA van alles vinden, maar in ieder geval geeft het blijk van een bewonderenswaardige onverstoorbaarheid.

Want terwijl het CDA alweer verkiezingen heeft verloren, terwijl we in de peilingen op het diepterecord van 6 zetels staan, terwijl het partijbestuur opstapt vanwege de organisatorische puinhoop, kortom, terwijl we getuige zijn van de implosie van het CDA, besteedt ons ledenblad 2 pagina’s aan Facebookposts met leuke kiekjes van bewindslieden. Ook kunnen we genieten van de rubriek Koken, waar een Tweede Kamerlid haar favoriete recept met ons deelt: gehaktschotel met zoete aardappel. Lekker, voedzaam en geschikt voor kinderen. Het omslagverhaal, kennelijk ook afkomstig uit een parallel universum, is getiteld “Sport en Politiek”. ”Sporten is gezond, leuk en brengt mensen bij elkaar”, aldus het artikel.  Verder leren we nog dat Pieter Heerma jeugdkampioen Judo is geweest. En dat is het wel zo ongeveer.

Hieruit spreekt, laat ik het vriendelijk zeggen, weinig urgentie, weinig besef hoe groot de noodzaak van echte verandering is.  Ook de recente uitlatingen van minister Bijleveld in NRC en van de voorzitter van de CDA-businessclub in Elsevier boezemen op dit punt weinig vertrouwen in. Ik zal u de citaten besparen. Maar duidelijk is dat er waarschijnlijk niets fundamenteels zal veranderen, als de leden het niet zelf zullen forceren.

De stichting Sociale Christendemocratie heeft, eigenlijk tegen wil en dank, een rol op zich genomen om deze verandering te faciliteren. Daarin zijn we constructief, maar duidelijk. Het gaat ons niet om een bijltjesdag, het gaat ons om de toekomst.  En we kijken naar daden, niet naar woorden.

Richting congres ligt onze focus dan ook op twee punten, die aan de basis zullen liggen van het herstel van het CDA: enerzijds de versterking van de inhoud, anderzijds het feit dat de interne regels in de toekomst zullen moeten worden nageleefd, ook en vooral door het bestuur. Ook zullen we ervoor proberen te zorgen dat de nieuwe invulling van het bestuur een weerslag is van een oprechte wil tot verandering.

We hebben nog tot december om ons eigen huis op orde te brengen, om nog goed voor de dag te komen bij de gemeenteraadsverkiezingen. De Schoolcatechismus leert ons namelijk dat er altijd ruimte is voor vergeving, mits er sprake is van oprecht berouw. Dat geldt ook voor kiezers, die vergevingsgezind zijn, zolang er sprake is van erkenning van de eigen fouten en de uit daden blijkende wil om deze fouten niet meer te maken. Alleen dan zal alles wat er de afgelopen maanden mis is gegaan, van de invloed van sponsoren en de fluistercampagne, de mondkapjesdeal en de vele integriteitskwesties, minder meewegen, en zal de aandacht uitgaan naar het goede en constructieve werk dat de vele CDA-wethouders en gemeenteraadsleden de afgelopen vier jaar hebben verzet.

Waartoe is de stichting Sociale Christendemocratie dus op aarde? De stichting is er in de eerste plaats om een platform te zijn voor ideeënontwikkeling en de vorming van talent. Maar ze is er ook om het CDA af en toe eraan te herinneren waartoe dit op zijn beurt op aarde is. Om de Schoolcatechismus te parafraseren, de stichting is er om het CDA te dienen, ook als dat soms pijn doet.